"Een gedicht moet vonken"

Begin november is het in Antwerpen weer Boekenbeurs. Dat is een echt boekenfeest. Je kan er duizenden boeken vinden. Tussen al die boeken staan ook enkele dunne boekjes met gedichten. Eén van de bekendste dichters uit Vlaanderen is Hermande Coninck. Hij heeft veel succes. Veel mensen lezen zijn gedichten graag. Wablieft ging met hem praten.

Wablieft: Waarom schrijf je gedichten?
Herman De Coninck: Ja, waarom schrijf ik niet gewoon verhalen, een dagboek of brieven? Dat kan als ik gewoon iets mee te delen heb. Met gedichten doe ik toch iets anders. Maar wat? In gedichten probeer ik iets kunstig te doen met woorden, met de taal. Ik moet heel bondig zijn. Ik zet de woorden niet in gewone zinnen. De klank is ook belangrijk. Het moet goed klinken. De woorden staan er op zo n manier dat er soms iets gaat vonken. Dat er iets overspringt op de lezer. Ik wil meer dan gewoon iets vertellen of beschrijven. Een gedicht moet ontroering of een ander gevoel oproepen. Daarvoor gebruik ik de taal anders dan in een krant of om te spreken. Ik schrijf ook stukken voor de krant. Daarin vertel ik ook dingen. Maar daar staat nooit een zin in die ik in een gedicht kan gebruiken.

Schrijft een dichter dan niet vaak over zijn gevoelens?
Als je gewoon je eigen gevoelens opschrijft, dan lukt het vaak niet. Je moet zelf niet ontroerd zijn, als je schrijft. De lezer moet ontroerd worden, als hij leest. Dat begrijpen tieners bijvoorbeeld niet. Die schrijven vaak gedichten omdat ze hun gevoelens willen tonen. Maar dat worden daarom geen goede gedichten. In een liefdesgedicht moet je niet schrijven:  Ik hou van jou . Daarmee is wel duidelijk waarover het gaat. Maar dat is geen gedicht. Dat is al miljoenen keren gezegd. Hoe zeg je het dan wel in een gedicht? Dat is gepieker. Ik zeg altijd:  Het beste liefdesgedicht schrijf je zonder verliefd te zijn.  Ik heb 's nachts vaak droeve gedichten geschreven. Maar 's morgens schoot ik er bij in de lach. Dus dat werkt niet. Om een gedicht goed te maken moet je er aan prutsen en peuteren. Het lijkt misschien vreemd dat je afstand moet nemen van je gevoel. Toch is het zo.

Wanneer is een gedicht een gedicht?
Ik vind een gedicht een gedicht, als ik het goed vind. Maar dat zegt natuurlijk niet veel. Een gedicht moet iets geheimzinnigs hebben. Een verhaal of een roman vertelt een geschiedenis. Je leest het boek uit en het is afgelopen. Een gedicht niet, daar moet een geheim, een raadsel inzitten. Het ag niet in ‚‚n keer uitgewerkt zijn. Het moet wonderlijk blijven. Je leest het een eerste keer door, maar dan moet je het nog eens lezen. En nog eens.

Moet een gedicht rijmen?
Neen. Niet alle gedichten zijn rijmpjes. Een gedicht mag rijmen. Maar het moet niet. Als je wil rijmen krijg je rustige gedichten. Omdat je dan rijmwoorden moet
zoeken. Je legt dan al voor een stuk vast hoe een gedicht wordt, vanaf de eerste zin. Een rijm is een middel om af te ronden, en het klinkt ook goed. En klank speelt een belangrijke rol.

Wanneer is een gedicht af?
Als ik het goed vind. Ik pruts daar aan. Gister-avond heb ik iets zitten proberen, maar dat is niet helemaal gelukt. Ik werk altijd 's nachts. Ik ga rond 4 uur slapen. Maar gisteren zat ik te luisteren naar vioolmuziek van Beet-hoven. Intussen was het 5 uur geworden. En ik kreeg zin om daar iets over te schrijven. Over de manier waarop de violen en de contra-bas op elkaar inspelen. Maar het is mij niet gelukt. Zo werd het wel 6 uur. Daarom was ik ook nog niet goed wakker toen je
aanbelde. Maar af en toe schrijf ik zo wel een regel die ik later kan gebruiken. Dan kijk ik er een maand later nog eens naar. En misschien schrijf ik er dan een regel of een strofe bij. En na een half jaar kan ik er weer mee bezig zijn. Op die manier groeit een gedicht. Ik heb gedichten geschreven over het landschap in de herfst van de Ardennen. Ik ging daarvoor in een boshut zitten. Daar begon ik eigenlijk weerberichten te schrijven, indrukken van de natuur. Een maand later las ik die dingen opnieuw. Toen merkte ik dat er ook dingen instonden over een voorbije liefde. Nog eens een maand later, dacht ik:  Herfst, dat kan ook gaan over iemand die ouder wordt.  Zo zie je dat woorden soms meer betekenen dan wat ze beschrijven. Ik heb lang rondgelopen met de vraag: wat is hebben, wat is zijn? Wat kan je hebben? Een huis? Ja. Een vrouw? Neen. Kun je kinderen hebben? Neen, die heb je niet. Kinderen zijn vrij. En dat houdt mij dan bezig. En daar zoek ik dan een uitdrukking voor, ik zoek er beelden bij,... Maar het is niet altijd even duidelijk.

Je schrijft soms gedichten bij een kunstwerk of een foto.
Ja, met een foto lukt dat wel goed. Een gedicht is een beetje zoals een foto. Een gedicht en een foto zijn een stukje, een deel... ze vertellen niet alles. Ze geven ‚‚n beeld uit het geheel. Ze zetten de tijd even stil. Je kan iets vertellen over een liefde die voorbij is, door te schrijven over de peuk van een sigaret met daarop nog wat lippenstift. Dat is een beeld. Dan moet je het hele verhaal en alle gevoelens niet vertellen. Ik probeer altijd dingen te zeggen zoals nog niemand het gezegd heeft. Er is niets zo moeilijk als liefdesgedichten maken. Dat gebeurt al eeuwen, al van bij de oude Grieken.

Weet je wie je gedichten leest?
Ik denk dat veel lezers stiekem zelf gedichten schrijven. Er zijn mensen die mijn gedichten lezen omdat ze mij kennen. Mijn buurvrouw bijvoorbeeld. Maar er is geen groot publiek voor dichters. Een klein deel koopt bundels. Dan is er een grotere groep die wel gedichten leest. Maar zij kopen liever verzamelingen gedichten van verschillende dichters. Er zijn ook mensen die een eigen verzameling maken. Zij schrijven gedichten over in een schrift. Toch verschijnen er elk jaar ongeveer 100 nieuwe bundels met gedichten. En in het Nederlands worden veel meer gedichten gelezen dan in het Frans. Bij ons worden bundels op 750 stuks gedrukt. In
Frankrijk bijvoorbeeld worden er maar 400 of 500 gedrukt. Dat is toch eigenaardig. Maar veel gedichten schrikken af. Omdat ze te moeilijk zijn. Daarom zeggen veel mensen:  Gedichten, dat is niets voor mij.

Moet je gedichten leren lezen?
Ja, je moet wennen aan de taal. En je moet het geheim willen ontdekken. Je moet ook niet onmiddellijk met de moeilijkste gedichten beginnen.

Zijn gedichten ook geschreven om voor te lezen?
In de eerste plaats om te lezen. Want je moet ze kunnen herlezen. Maar ik lees mijn gedichten soms ook wel voor. Ik hoor zelf ook graag dichters hun gedichten voorlezen. Dan hoor ik welke klemtonen ze leggen, hoe ze hun gedicht willen laten klinken. Maar ik heb ze dan liefst op voorhand al eens gelezen.

© Wablieft magazine


Site info

© 1999-2024 | Bert Geens, Herman de Coninck.be - Dank aan zoveel mensen. Hosted by Inbound Webhosting.